zondag 21 november 2010

Activatie ONFF-122 Bronbosje, Cuesta Elversele

Situering bronbosje te Elversele:
'Cuesta, bronbosjes en Sombeekse meersen’ is de benaming gekozen voor het reservaatproject dat vzw Durme sinds 1992 uitbouwt langsheen het Cuestafront van het Waasland te Waasmunster. In 1993 kon de vereniging er het unieke Dommelbronbos aankopen: een van de zeldzaamste en ecologisch waardevolste snippers natuur in de regio.
Op de Biologische Waarderingskaart van België worden de percelen van het Dommelbronbos als zeer waardevol aangeduid. Paarbladig en verspreidbladig goudveil, muskuskruid, gele dovenetel, bittere veldkers en slanke sleutelbloem komen er veelvuldig voor. Vergelijkbare bronbossen zijn zelfs op Vlaamse schaal uiterst zeldzaam geworden. Samen met het Vlaszakbos – eveneens beheerd door vzw Durme – behoort het Dommelbos tot de best ontwikkelde bronbossen in het Waasland. Beide bossen behoren tot het type elzen-essenbronbos op lemig-zandige bodem met oppervlakkige veenontwikkeling. Soortgelijke gemeenschappen komen pas voor in het Schelde-Leie-interfluvium en in de Vlaamse Ardennen en bevinden zich dus op een minimale afstand van ongeveer 30 km!
Het Vlaszakbos en Dommelbos liggen dus in brongebied en op de 5 meter hoogtelijn in Wareslage-Sombeke. Het gaat hier om permanent vochtige plaatsen waar zich een dikke venige bodem ontwikkelde met een specifieke en zeer kwetsbare begroeiing van voorjaarsbloeiers. De struik- en boomlaag bestaat uit zwarte els met ook kraakwilg, es en canadapopulier.
In het Dommelbos werden in  de winter 1995-1996 alle canadapopulieren verwijderd, omdat hun bladval te stikstofrijk is en verruiging door grote brandnetel en bramen in de hand werkt. Na de kap werden 90 elzen en 50 essen aangeplant. In 1999 werd overgegaan tot ontbramen behalve op plekken waar de toegang tot de uiterst kwetsbare percelen erdoor vergemakkelijkt werd. (Tekst VZW De Durme)

Operation:
20 november 2010. Het was een zonnige zaterdag die ons uitnodigen deze activiteit op te zetten. Echter de buitentemperatuur in de schaduw slecht een 5 tal graden. Opstelplaats was een braak stuk grond naast het kerkhof. Onze antennes werden bevestigd aan de omheining van het weiland. Wij waren nog niet opgeteld of wij hadden de boerin van de grondeigenaar reeds met de permanente vraag wat wij daar gingen doen. Na een een woordje uitleg aan deze vriendelijke boerin verschafte duidelijkheid.
Wij starten op 40 meter SSB, waar wij genoodzaakt waren reeds na enkele QSO op nummers te werken.Na 40 meter werd 20 meter onmiddellijk met CW aangesneden. Gevolg een nooit vertoonde pill-up. Na enkele QSo reeds split moeten werken. En dan nog, het was ontzettend moeilijk om station waarvan vele meer dan S9 plus binnen donderden een trechter vormden van enkel KHZ breed.Zelfs het wegdraaien van de QSO frekwentie leverde geen soelaas.Na één QSO draaien in CW was het onmogelijk om de paddle nog te bedienen. De vingers waren bijna bevroren. Dan maar naar 20 meter SSB. Gezien de gestarte contest was het zoeken naar een geschikte frekwentie.
Na een tijdje en enkel spots ging het plots weer vlot waar het noodzakelijk was om met nummers te werken. Daarna volgde 17 meter en om te eindigen nogmaals 40 meter SSB.In totaal 340 QSO. Gebruikte call ON44WLD/p

Enkele foto's van onze opstelplaats en Bronbosje op de achtergrond;

donderdag 11 november 2010

Activatie ONFF-124 Steengelaag - Stekene

Situering:
 
Dit natuurgebied bestaat uit een aantal oude kleiputten. De ontginning van de putten begon omstreeks 1880. Aanvankelijk gebeurde het uitgraven nog met de spade. De klei werd op wagentjes geladen en met paarden naar de steenbakkerij gebracht. Als relict van de vroegere kleiwinning staat hier nog de excavateur, schamateur in het Stekens dialect. Dit toestel uit 1913 schraapte de klei van de schuine wand en bracht hem in kleine spoorwagentjes. De exploitatie van de putten eindigde wanneer de steenbakkerij sloot in 1979.
De jongste kleiput heeft door zijn beschutte ligging een warm microklimaat. Voor libellen is dit een ideale plek. Keizerlibel, onze grootste libel, oeverlibel en ook vuurlibel zijn hier in de zomer steeds waar te nemen. Het mannetje van de oeverlibel is te herkennen aan zijn blauw berijpt achterlijf. De vuurlibel is een soort van het Middellands Zeegebied en komt hier al jaren voor. Ze plant zich hier ook voort. Vanuit een kijkhut kan je de vogels op de grote vijver observeren. Deze plas deed dienst als waterspaarbekken ten tijde van de kleiwinning. In de winter vertoeven hier veel wilde eenden, kuifeenden, tafeleenden en slobeenden. De Canadese gans, een exotische soort, zie je de laatste jaren ook steeds vaker.

Een stukje historiek

In dit deel van de gemeente Stekene treft men tot op 20 meter diepte klei aan in de bodem. In de 16de eeuw waren er meer dan 50 steen- en tichelbakkerijen werkzaam. De exploitatie van het Steengelaag kwam echter pas veel later op gang, in 1880 werd de Tuilerie Sainte-Marie opgericht. In wat nu de Oudste Kleiput wordt genoemd gebeurde het kleisteken nog met de spade.
In 1913 werd deze karwei geautomatiseerd door de indienstname van de kleibaggeraar (excavateur of schamateur in het lokale dialect). Als een stukje industriele archeologie staat deze nog steeds opgesteld aan de Jongste Kleiput. Eind jaren zeventig werd de uitbating van de kleiputten gestopt en kreeg de natuur hier vrij spel.
In 1981 werd het gebied als landschap beschermd en sinds 1992 is het in beheer bij Natuurpunt Waasland Noord. Onder het motto de natuur is er voor iedereen, werden wandelwegen aangelegd die voor voetgangers vrij toegankelijk zijn.

Aan de natuur teruggegeven


Meer dan 100 jaar drukte de mens zijn stempel op dit landschap, maar nu is het teruggegeven aan de natuur. Het gebied is 31 ha groot en bestaat uit kleiputten, jong elzenbos, een oudere populierenaanplanting met heel wat dood hout, een grote vijver en een bloemrijk hooilandje. Die grote variatie oogt voor de wandelaar erg aantrekkelijk. Deze schakering in landschappen staat borg voor een grote natuurrijkdom. Doorheen het gebied loopt een wandelpad van ongeveer km lengte, aan de achterzijde van de grote vijver is er een vogelkijkwand.
In de jongste delen zoals de omgeving van de jongste kleiput tref je nog heel wat pionierssoorten aan. Langsheen het talud staat in de zomer de grote kaardebol te pronken.

 Ons hooilandje

Vlakbij de ingang langsheen de IJzerhandstraat ligt ons hooilandje. Dit wordt jaarlijks gemaaid om opslag van struiken te voorkomen en het bloemrijk te houden. In het voorjaar kleurt het wit en rose van de pinksterbloem en de echte koekoeksbloem. Andere planten die je hier later op het jaar kan aantreffen zijn ; grote ratelaar, moeraswalstro, kale jonker, valeriaan, penningkruid, . . .  lees meer

 De grote vijver

Dit is de beste plaats voor het waarnemen van watervogels. Al naargelang het seizoen zijn hier te zien ; kuifeend, wintertaling, slobeend, tafeleend, dodaars. De vijver is ook erg visrijk (rietvoorn, zeelt, baars) en is een gegeerde prooi voor heel wat viseters. fuut, blauwe reiger en balscholver zijn er dan ook geregeld waar te nemen.
Langsheen het pad dat naast de grote vijver loopt staan heel wat struiken zoals sleedoorn en meidoorn. Zij geven kleur, maar lokken ook heel wat insecten aan. Zeker als de wilde kamperfoelie in bloei staat komen heel wat nachtvlinders af op de zoete geur. Op een warme zomeravond ruik je ze reeds van ver.

 Met de hand gegraven

Voorbij de Grote Vijver loop je langs de oudste kleiput. Deze werd nog volledig met de hand uitgegraven. De zware klei werd in karretjes geladen en naar boven getransporteerd. Hard labeur voor zowel de arbeiders als de trekdieren.
In grote delen hiervan zijn populieren aangeplant met daartussen natuurlijke uitzaaiing van zwarte els en berk. Het beheer bestaat hier uit "niets doen" . De door storm en andere oorzaken omgevallen bomen blijven gewoon liggen. Dood hout brengt immers leven in het bos. In dit deel behoren boomkruiper, groene en grote bonte specht tot de broedvogels. Natuurlijke holten zijn hier genoeg.

Dit natuurgebied bestaat uit een aantal oude kleiputten. De ontginning van de putten begon omstreeks 1880. Aanvankelijk gebeurde het uitgraven nog met de spade. De klei werd op wagentjes geladen en met paarden naar de steenbakkerij gebracht. Als relict van de vroegere kleiwinning staat hier nog de excavateur, schamateur in het Stekens dialect. Dit toestel uit 1913 schraapte de klei van de schuine wand en bracht hem in kleine spoorwagentjes. De exploitatie van de putten eindigde wanneer de steenbakkerij sloot in 1979.
De jongste kleiput heeft door zijn beschutte ligging een warm microklimaat. Voor libellen is dit een ideale plek. Keizerlibel, onze grootste libel, oeverlibel en ook vuurlibel zijn hier in de zomer steeds waar te nemen. Het mannetje van de oeverlibel is te herkennen aan zijn blauw berijpt achterlijf. De vuurlibel is een soort van het Middellands Zeegebied en komt hier al jaren voor. Ze plant zich hier ook voort. Vanuit een kijkhut kan je de vogels op de grote vijver observeren. Deze plas deed dienst als waterspaarbekken ten tijde van de kleiwinning. In de winter vertoeven hier veel wilde eenden, kuifeenden, tafeleenden en slobeenden. De Canadese gans, een exotische soort, zie je de laatste jaren ook steeds vaker.
Een stukje historiek
In dit deel van de gemeente Stekene treft men tot op 20 meter diepte klei aan in de bodem. In de 16de eeuw waren er meer dan 50 steen- en tichelbakkerijen werkzaam. De exploitatie van het Steengelaag kwam echter pas veel later op gang, in 1880 werd de Tuilerie Sainte-Marie opgericht. In wat nu de Oudste Kleiput wordt genoemd gebeurde het kleisteken nog met de spade.
In 1913 werd deze karwei geautomatiseerd door de indienstname van de kleibaggeraar (excavateur of schamateur in het lokale dialect). Als een stukje industriele archeologie staat deze nog steeds opgesteld aan de Jongste Kleiput. Eind jaren zeventig werd de uitbating van de kleiputten gestopt en kreeg de natuur hier vrij spel.
In 1981 werd het gebied als landschap beschermd en sinds 1992 is het in beheer bij Natuurpunt Waasland Noord. Onder het motto de natuur is er voor iedereen, werden wandelwegen aangelegd die voor voetgangers vrij toegankelijk zijn.
Aan de natuur teruggegeven

Meer dan 100 jaar drukte de mens zijn stempel op dit landschap, maar nu is het teruggegeven aan de natuur. Het gebied is 31 ha groot en bestaat uit kleiputten, jong elzenbos, een oudere populierenaanplanting met heel wat dood hout, een grote vijver en een bloemrijk hooilandje. Die grote variatie oogt voor de wandelaar erg aantrekkelijk. Deze schakering in landschappen staat borg voor een grote natuurrijkdom. Doorheen het gebied loopt een wandelpad van ongeveer km lengte, aan de achterzijde van de grote vijver is er een vogelkijkwand.
In de jongste delen zoals de omgeving van de jongste kleiput tref je nog heel wat pionierssoorten aan. Langsheen het talud staat in de zomer de grote kaardebol te pronken.
Ons hooilandje
Vlakbij de ingang langsheen de IJzerhandstraat ligt ons hooilandje. Dit wordt jaarlijks gemaaid om opslag van struiken te voorkomen en het bloemrijk te houden. In het voorjaar kleurt het wit en rose van de pinksterbloem en de echte koekoeksbloem. Andere planten die je hier later op het jaar kan aantreffen zijn ; grote ratelaar, moeraswalstro, kale jonker, valeriaan, penningkruid, . . . lees meer
De grote vijver
Dit is de beste plaats voor het waarnemen van watervogels. Al naargelang het seizoen zijn hier te zien ; kuifeend, wintertaling, slobeend, tafeleend, dodaars. De vijver is ook erg visrijk (rietvoorn, zeelt, baars) en is een gegeerde prooi voor heel wat viseters. fuut, blauwe reiger en balscholver zijn er dan ook geregeld waar te nemen.
Langsheen het pad dat naast de grote vijver loopt staan heel wat struiken zoals sleedoorn en meidoorn. Zij geven kleur, maar lokken ook heel wat insecten aan. Zeker als de wilde kamperfoelie in bloei staat komen heel wat nachtvlinders af op de zoete geur. Op een warme zomeravond ruik je ze reeds van ver.
Met de hand gegraven
Voorbij de Grote Vijver loop je langs de oudste kleiput. Deze werd nog volledig met de hand uitgegraven. De zware klei werd in karretjes geladen en naar boven getransporteerd. Hard labeur voor zowel de arbeiders als de trekdieren.
In grote delen hiervan zijn populieren aangeplant met daartussen natuurlijke uitzaaiing van zwarte els en berk. Het beheer bestaat hier uit "niets doen" . De door storm en andere oorzaken omgevallen bomen blijven gewoon liggen. Dood hout brengt immers leven in het bos. In dit deel behoren boomkruiper, groene en grote bonte specht tot de broedvogels. Natuurlijke holten zijn hier genoeg.

Dit natuurgebied bestaat uit een aantal oude kleiputten. De ontginning van de putten begon omstreeks 1880. Aanvankelijk gebeurde het uitgraven nog met de spade. De klei werd op wagentjes geladen en met paarden naar de steenbakkerij gebracht. Als relict van de vroegere kleiwinning staat hier nog de excavateur, schamateur in het Stekens dialect. Dit toestel uit 1913 schraapte de klei van de schuine wand en bracht hem in kleine spoorwagentjes. De exploitatie van de putten eindigde wanneer de steenbakkerij sloot in 1979.
De jongste kleiput heeft door zijn beschutte ligging een warm microklimaat. Voor libellen is dit een ideale plek. Keizerlibel, onze grootste libel, oeverlibel en ook vuurlibel zijn hier in de zomer steeds waar te nemen. Het mannetje van de oeverlibel is te herkennen aan zijn blauw berijpt achterlijf. De vuurlibel is een soort van het Middellands Zeegebied en komt hier al jaren voor. Ze plant zich hier ook voort. Vanuit een kijkhut kan je de vogels op de grote vijver observeren. Deze plas deed dienst als waterspaarbekken ten tijde van de kleiwinning. In de winter vertoeven hier veel wilde eenden, kuifeenden, tafeleenden en slobeenden. De Canadese gans, een exotische soort, zie je de laatste jaren ook steeds vaker.
Een stukje historiek
In dit deel van de gemeente Stekene treft men tot op 20 meter diepte klei aan in de bodem. In de 16de eeuw waren er meer dan 50 steen- en tichelbakkerijen werkzaam. De exploitatie van het Steengelaag kwam echter pas veel later op gang, in 1880 werd de Tuilerie Sainte-Marie opgericht. In wat nu de Oudste Kleiput wordt genoemd gebeurde het kleisteken nog met de spade.
In 1913 werd deze karwei geautomatiseerd door de indienstname van de kleibaggeraar (excavateur of schamateur in het lokale dialect). Als een stukje industriele archeologie staat deze nog steeds opgesteld aan de Jongste Kleiput. Eind jaren zeventig werd de uitbating van de kleiputten gestopt en kreeg de natuur hier vrij spel.
In 1981 werd het gebied als landschap beschermd en sinds 1992 is het in beheer bij Natuurpunt Waasland Noord. Onder het motto de natuur is er voor iedereen, werden wandelwegen aangelegd die voor voetgangers vrij toegankelijk zijn.
Aan de natuur teruggegeven

Meer dan 100 jaar drukte de mens zijn stempel op dit landschap, maar nu is het teruggegeven aan de natuur. Het gebied is 31 ha groot en bestaat uit kleiputten, jong elzenbos, een oudere populierenaanplanting met heel wat dood hout, een grote vijver en een bloemrijk hooilandje. Die grote variatie oogt voor de wandelaar erg aantrekkelijk. Deze schakering in landschappen staat borg voor een grote natuurrijkdom. Doorheen het gebied loopt een wandelpad van ongeveer km lengte, aan de achterzijde van de grote vijver is er een vogelkijkwand.
In de jongste delen zoals de omgeving van de jongste kleiput tref je nog heel wat pionierssoorten aan. Langsheen het talud staat in de zomer de grote kaardebol te pronken.
Ons hooilandje
Vlakbij de ingang langsheen de IJzerhandstraat ligt ons hooilandje. Dit wordt jaarlijks gemaaid om opslag van struiken te voorkomen en het bloemrijk te houden. In het voorjaar kleurt het wit en rose van de pinksterbloem en de echte koekoeksbloem. Andere planten die je hier later op het jaar kan aantreffen zijn ; grote ratelaar, moeraswalstro, kale jonker, valeriaan, penningkruid, . . . lees meer
De grote vijver
Dit is de beste plaats voor het waarnemen van watervogels. Al naargelang het seizoen zijn hier te zien ; kuifeend, wintertaling, slobeend, tafeleend, dodaars. De vijver is ook erg visrijk (rietvoorn, zeelt, baars) en is een gegeerde prooi voor heel wat viseters. fuut, blauwe reiger en balscholver zijn er dan ook geregeld waar te nemen.
Langsheen het pad dat naast de grote vijver loopt staan heel wat struiken zoals sleedoorn en meidoorn. Zij geven kleur, maar lokken ook heel wat insecten aan. Zeker als de wilde kamperfoelie in bloei staat komen heel wat nachtvlinders af op de zoete geur. Op een warme zomeravond ruik je ze reeds van ver.
Met de hand gegraven
Voorbij de Grote Vijver loop je langs de oudste kleiput. Deze werd nog volledig met de hand uitgegraven. De zware klei werd in karretjes geladen en naar boven getransporteerd. Hard labeur voor zowel de arbeiders als de trekdieren.
In grote delen hiervan zijn populieren aangeplant met daartussen natuurlijke uitzaaiing van zwarte els en berk. Het beheer bestaat hier uit "niets doen" . De door storm en andere oorzaken omgevallen bomen blijven gewoon liggen. Dood hout brengt immers leven in het bos. In dit deel behoren boomkruiper, groene en grote bonte specht tot de broedvogels. Natuurlijke holten zijn hier genoeg.

Grotere kaart weergeven

Activering:
Op 11 november 2010 werd ONFF-124 "steengelaag" Stekene geactiveerd.
Dit keer was het Frank, ON4AAC samen met Jo, ON3JO en Eddy, ON6HE die onze speciale call op 40 en 20 meter SSB activeerden.
 In totaal werden 269 QSO's gedraaid. Mooiste verbindingen waren met de States op 20 meter. In onze on44wld/p log  staan nu 1753.

donderdag 4 november 2010

Activatie ONFF-066 Scheldebroeken te Zele

Situering:
Op de linker Scheldeoever op het grondgebied van de gemeenten Zele, Berlare en Wichelen strekt zich een uitgestrekt vlak en laaggelegen cultuurlandschap op alluviale bodem uit: ‘De Scheldebroeken’. Het is de laatste weidse open ruimte in de regio: nagenoeg onbebouwd en gekenmerkt door een erg ‘open’ karakter met weinig opgaande kleine landschapselementen. (Tekst VZW De Durme)


Activering op 29 oktober 2010
ON44WLD/p was actief op 40 en 20 meter. Zoals steeds gebruikten wij een dipool voor 40 en 20 meter op 8 meter hoogte. (ophangpunt vislijn) Als steunpunt deed aankondiging plaatje dienst.
Als operatoren waren Bill, ON5JE en Luk , ON4BB. In totaal werden 301 QSO's gedraaid.  Op 20 meter werden enkele stations vanuit de USA en Canada en Japan gelogd (CW). Ook daar wordt onze call steeds meer herkend. Er werd voornamelijk gewerkt per nummer, wat het beheer vlotter laat verlopen. Condities waren uitstekend. Wij stonden opgesteld op de Scheldedijk, waar regematig zowel pleziervaart als binnenscheepvaart  voorbij trokken.


Enkele foto's genomen gedurende de activatie.






Activatie ONFF-071 De Lenie - Lokeren

Situering:
De Liniewegel te Eksaarde is voor veel Lokeraars het mooiste wandel- en fietspad door onze open ruimte. In de vlakte ten zuiden van de Liniewegel heeft de ruilverkaveling Eksaarde diepe sporen nagelaten: oude knotwilgen en bomen zijn bijna overal verdwenen, wel zijn er nu enkele stroken jonge aanplantingen. Ten noorden van het wandelpad strekt zich echter een uitzonderlijk natuurgebied uit: een lappendeken van bossen, moerassen, weiden al dan niet afgezoomd met oude knotwilgen, akkers, houtkanten, rietveldjes, oude turfputten en vijvers. Deze volledige zone is immers uitzonderlijk rustig gelegen. Er is nauwelijks bebouwing, omdat de Moervaart-Zuidlede-depressie eeuwenlang elke winter overstroomde. Bovendien liggen de dichtbevolkte woonkernen op aanzienlijke afstand en zijn er geen industrieparken of drukke autowegen in de nabije omgeving. Het is dan ook een van de weinige gebieden in de provincie Oost-Vlaanderen waar het nog echt stil en donker kan worden! Het Eksaardse onderdeel hiervan heeft extra troeven: er liggen geen asfalt- en betonwegen en nergens is er kans op doorgaand verkeer. Alle veldwegen tussen de Liniewegel en de Oude Lede, de grens Lokeren-Moerbeke, lopen immers dood. (Tekst VZW De Durme) Meer informatie op de webstek van vzw De Durme http://www.vzwdurme.be


Activatie op woensdag 3 november 2010.
 ON44WLD/p was actief op 40 en 20 meter. Zoals steeds gebruikten wij een dipool voor 40 en 20 meter op 8 meter hoogte. (ophangpunt vislijn) Als steunpunt deed een bestaande buiten tafel dienst.
Als operator was Bill, ON5JE en Jacky , ON3JK als coöperator van dienst. Bill bediende de zender , Jacky de log computer. In totaal werden 319 QSO's gedraaid, voornamelijk op 40 meter. Op 20 meter werden enkele stations vanuit de USA en Canada gelogd. Ook daar wordt onze call steds meer herkend. Er werd voornamelijk gewerkt per nummer, wat het beheer vlotter laat verlopen. Als bezoekers mochten onze jongens Kristof ON3LK en Alex, ON3HR verwelkomen. Condities op 40 meter was uitstekend, op 20 meter ging het iets stoever.

Fotoalbum:
Bekijk de fotoreportage genomen door Kristof, ON3LK